Steeds meer Nederlanders zetten stappen richting een duurzamere woning. Maar gaat het snel genoeg? Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat tot nu toe zo’n 25% van de Nederlandse woningeigenaren stappen zijn woning heeft verduurzaamd door te kiezen voor zonnepanelen en/of betere isolatie. Willen en kunnen verduurzamen blijkt niet altijd gelijk te staan aan het ook daadwerkelijk doen. Rationele en praktische bezwaren staan nog veel huiseigenaren in de weg.
Het SCP deed onderzoek naar de mate waarin woningeigenaren van plan zijn om hun woning te verduurzamen én naar de concrete acties die zij ondernemen voor het isoleren van hun woning of de aanschaf van zonnepanelen. Het streven uit de Klimaatwet is dat in 2050 alle 7 miljoen huizen hernieuwbare energie en warmte gebruiken. Met een kwart van de koopwoningeigenaren die zijn woning heeft verduurzaamd, zijn we een eind op weg.
Maar nog eens ongeveer een kwart van de Nederlanders is wel bereid om te verduurzamen, maar ervaart belemmeringen om die plannen ook echt uit te voeren. Bijna de helft van de Nederlandse woningeigenaren heeft nog niets gedaan om zijn isolatie te verbeteren; 75% van de woningeigenaren van een huis met dak heeft nog geen zonnepanelen op het dak.
Een duurzamere woning betekent dubbele winst. Enerzijds is het een manier om het klimaat een handje te helpen. Want minder stoken en meer zelf energie opwekken, betekent minder energie hoeven op te wekken en dus minder CO2-uitstoot. Anderzijds is het voor bewoners zelf een manier om hun energierekening drastisch te verlagen. Maar ja, de verduurzaming van je woning komt er niet vanzelf en is ook niet gratis. Dat is nu net waar veel woningeigenaren nog tegen aanlopen.
Ongeveer een kwart van de koopwoningen is op basis van het energielabel “onzuinig” te noemen. Dat zit zo: elke woning heeft een energielabel van A tot G. Daarbij staat A voor een héél energiezuinig huis; G betekent heel energieonzuinig, bijvoorbeeld door toedoen van slechte isolatie of enkel glas.
Het frappante is dat zo’n twee derde van de eigenaren van energieonzuinige woningen naar eigen zeggen heel goed kan rondkomen en dus in principe voldoende draagkracht heeft om verduurzamende maatregelen te financieren. Toch gaan ze niet altijd overstag. Genoemde redenen zijn bijvoorbeeld twijfel over de terugverdientijd, willen wachten op prijsdalingen of hopen dat er een collectieve voorziening vanuit de wijk komt. Andere genoemde argumenten zijn van praktische aard: nog geen tijd gehad zich erin te verdiepen of opzien tegen het gedoe.
Wat ook meespeelt: eigenaar-bewoners van onzuinige woningen zijn significant vaak ouder, lager opgeleid en hebben ze minder financiële draagkracht. Ook zijn ze vaker gepensioneerd of niet (meer) werkend.
Het SCP pleit onder andere voor financieringsmogelijkheden om verduurzamende maatregelen toegankelijker maken. Daarbij gaat het niet alleen om subsidies, maar ook om het toegankelijk maken van bijvoorbeeld leningen en verhoging van de hypotheek voor verduurzaming. Voor woningeigenaren met een kleine spaarpot of een laag inkomen zijn die financiële mogelijkheden op dit moment nog vrij beperkt. Daar is dus mogelijk nog winst te behalen. Voor het klimaat én voor de portemonnee.