De woningcrisis neemt al heel wat jaren serieuze vormen aan. Nu zelfs zo serieus dat diverse grote steden, zoals Haarlem, Rotterdam, Eindhoven en Den Haag, vastgoedbeleggers een verbod gaan opleggen om huizen te kopen. Zo’n opkoopverbod zal in sommige steden al vanaf 2022 ingaan, vroeger dan verwacht. Het verbod zal naar verwachting de komende vijf jaar het aanbod aan woningen voor starters en gezinnen in grote steden vergroten en de leefbaarheid in steden verbeteren.
Volgend jaar al willen bestuurders in de gemeenten Rotterdam, Eindhoven, Den Haag en Haarlem dit beleggersverbod laten ingaan. Al eerder dan eigenlijk voorzien. Deze opkoopbescherming is bedoeld om een stokje te steken voor de bijzonder hoge woningprijzen en de krapte op de huizenmarkt. Het tekort aan woningen is nu zo nijpend dat de gemeenten alle zeilen bijzetten om de wet er zo snel mogelijk te laten komen.
Het verbod zal gaan gelden in een aantal specifieke wijken in deze gemeenten. Beleggers mogen daar bijvoorbeeld geen goedkope tot middeldure panden meer opkopen. Alleen mensen die een woning kopen om zelf te betrekken, kunnen dan nog in deze steden gaan wonen.
Reden voor de invoering van het opkoopverbod is dat er behoefte is aan regulering van de lokale huizenmarkt. Vaak worden relatief goedkope panden opgekocht en vervolgens voor hoge prijzen ter verhuur aangeboden. Met als gevolg dat starters en gezinnen met moeite een passende woonplek kunnen vinden. Bovendien zou de verhuur van woningen de leefbaarheid in bepaalde wijken verminderen. Zo vindt er veel illegale verhuur en verkamering plaats, met soms de nodige overlast van dien. Die verkamering is overigens in sommige gemeenten al aan banden gelegd door de invoering van nieuwe wetten.
In oktober 2020 was zo’n 8,4% van de woningen in handen van beleggers. De lage rente en extra hypotheekmogelijkheden maakten vastgoedinvesteringen voor veel beleggers extra aantrekkelijk. In het laatste kwartaal van 2020 werd zelfs 40% van de koopwoningen in grote Randstad-steden verkocht aan beleggers. Starters kopen juist minder woningen, onder meer doordat vastgoedbeleggers hen voor zijn en meer financiële mogelijkheden hebben dan zij.
Ook andere gemeenten, zoals Leeuwarden, Zaanstad en Groningen, overwegen een opkoopverbod in te voeren. De grootste Nederlandse steden willen de maatregel gezamenlijk invoeren. Ook Amsterdam en Utrecht hebben er wel oren naar, maar de invoering van het opkoopverbod lijkt in deze gemeenten nog iets langer op zich te laten wachten. Onder meer het bepalen welke panden onder ‘goedkoop tot middelduur’ vallen, vergt het nodige uitzoekwerk.
Veel andere Nederlandse gemeenten willen eerst onderzoek doen naar het opkoopverbod, de consequenties daarvan en het belang. Het gaat immers om een verstrekkende maatregel met de nodige economische gevolgen. Onder meer De Nederlandse Bank is juist kritisch op een dergelijke maatregel. De keerzijde van een opkoopverbod is volgens de DNB dat er een groter tekort aan vrije-huurwoningen kan ontstaan, waardoor de (al hoge) huurprijzen verder toenemen.
Bron: FD