In 2022 gaan woningeigenaren gemiddeld zo’n 2,1% meer betalen aan gemeentelijke belastingen. Uit een steekproef van Vereniging Eigen Huis onder 106 gemeenten blijkt dat huishoudens volgend jaar gemiddeld € 851 moeten afdragen aan onroerendezaakbelasting en afvalstoffen- en rioolheffing tezamen. Dit bedrag ligt 2,1% hoger dan in 2021. Die stijging valt nog mee als je het vergelijkt met eerdere jaren. In 2021 en 2020 stegen de gemeentelijke belastingen nog met 5% gemiddeld.
Overigens zijn er wel grote verschillen tussen gemeenten. Zo komen inwoners van Papendrecht en Noordwijk er het slechtst van af. Hun woonlasten gaan met gemiddeld 28% en 21% omhoog volgend jaar. In zes andere gemeenten (o.a. Hillegom en Zuidplas) geldt een stijging boven de 10%. Tegelijkertijd zijn er ook gemeenten waar het tarief juist iets daalt ten opzichte van dit jaar.
Voor de afvalstoffenheffing geldt een gemiddelde stijging van 3,1%. Die verhoging valt nog alles mee vergeleken met eerdere jaren. In 2021 steeg de afvalstoffenheffing nog met 7,8% en in 2020 zelfs met 9,5% in verband met een stijging van de landelijke afvalstoffenheffing.
Die stijging van de gemeentelijke belastingen heeft alles te maken met extra taken die gemeenten erbij hebben gekregen voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en jeugdzorg. Gemeenten hebben de hogere belastinginkomsten nodig om die kosten te kunnen dekken.
Overigens heeft Vereniging Eigen Huis het kabinet op het hart gedrukt om deze kosten niet meer structureel eenzijdig aan huiseigenaren door te belasten. Zij streven naar een betere verdeling van de kosten voor deze taken tussen gemeenten en het Rijk. Op dit moment geldt bijvoorbeeld dat huurders geen ozb-aanslag betalen; de kosten voor de extra taken worden dus met name doorbelast aan mensen met een koophuis.
Bron: Vereniging Eigen Huis