Welke supermarkt stimuleert consumenten het meest om duurzame weekboodschappen te doen? Over die vraag heeft Stichting Questionmark zich gebogen. De algemene conclusie? Supermarkten zetten zich nog onvoldoende in om consumenten voor duurzaam voedsel te laten kiezen. Ekoplaza loopt voorop als het op een duurzaam assortiment aankomt; Albert Heijn doet het vooral goed door de meest transparante informatie rondom duurzame keuzes te geven.
Het is niet verrassend dat Ekoplaza als meest duurzame supermarkt uit de bus komt. De supermarkt heeft als onderscheidend kenmerk enkel biologische producten te verkopen. Albert Heijn valt volgens Stichting Questionmark op door zijn transparante informatie over duurzaamheid. Daarin verschilt de supermarkt van veel andere supermarkten die meer in het midden houden hoe zij zich inzetten voor een duurzamere wereld.
Dat concludeert Stichting Questionmark aan de hand van een uitgebreide analyse van het assortiment van supermarkten, hun reclamefolders en online informatie over behaalde duurzaamheidsdoelen van elke supermarktketen.
Stichting Questionmark heeft voor dit onderzoek onder meer gekeken naar het assortiment aan plantaardig eten versus de hoeveelheid vlees, naar de verpakkingskeuzes van supermarkten en naar de keurmerken op vis. Wat blijkt? Gebrek aan transparantie maakt het lastig te beoordelen of een supermarkt wel echt zo duurzaam is als het lijkt. Zo zijn supermarkten niet altijd even eerlijk over de herkomst van hun plastic verpakkingen.
Waar het onder andere misgaat, is dat veel duurzaamheidsdoelen van supermarkten niet in cijfers zijn uitgedrukt en daardoor niet meetbaar zijn. Hoe vager de doelen, hoe lastiger het is om te beoordelen in hoeverre de supermarkten ze weten waar te maken.
Albert Heijn is bijvoorbeeld de enige supermarkt die zijn aandeel biologische producten in cijfers uitdrukt. Uit eerder onderzoek bleek dat gemiddeld zo’n 3% van het supermarktassortiment biologisch is; Albert Heijn presteert in dat opzicht een stuk beter met 5,9% biologische producten.
Stichting Questionmark concludeert dat het kopen van duurzaam voedsel nog onvoldoende wordt gestimuleerd. Zo barsten de supermarktfolders nog steeds van de vleesproducten en schitteren vleesvervangers veelal in afwezigheid. Vlees lijkt de standaard, plantaardig eerder een afwijkende optie. Onder meer de stuntprijzen voor vlees bij aanbiedingen zouden niet bijdragen aan duurzamere boodschappenkeuzes. Wekelijks zijn gemiddeld zo’n 10 vleesproducten in de aanbieding per supermarkt. Alleen Ekoplaza heeft, buiten de Nationale Week zonder Vlees om, een keer een vleesvrije folder uitgebracht.
Supermarktorganisatie CBL herkent zich overigens niet in dat negatieve beeld. Volgens CBL zetten supermarkten al een tijdje alles op alles om mensen te stimuleren gezonde keuzes te maken met respect voor alle mensen en dieren en met oog voor een duurzamer voedselsysteem.
Verantwoordelijkheid blijft daarbij een belangrijk vraagstuk. Is de consument er zelf voor verantwoordelijk voor zo duurzaam mogelijke opties te kiezen? Of dragen supermarkten die verantwoordelijkheid en moeten zij consumenten stimuleren om hun niet-duurzame aankopen te vervangen door duurzamere opties? Daarover verschillen Stichting Questionmark en supermarkten van mening. Over het algemeen vinden supermarkten dat consumenten hierin zelf hun keuzes moeten maken.
Qua vis is het beeld trouwens positiever dan wat verder geschetst wordt. De overgrote meerderheid van de vis in de supermarkt heeft inmiddels het keurmerk MSC of ASC, dat laat zien dat de vis duurzaam gevangen is. Alleen voor vis in blik en vis verwerkt in andere producten (zoals diepvriespizza’s) is volgens Stichting Questionmark nog wel de nodige verbetering mogelijk.
Bron: NRC, Stichting Questionmark