Maar liefst 27% van de 18- tot 30-jarigen belegt op dit moment in crypto. Dat laat onderzoek van Rabobank en Nibud zien. Nibud-directeur Arjan Vliegenthart is er niet gerust op: “Crypto zit echt op de grens van gokken en beleggen.” Bovendien blijkt dat 39% van de jongeren die enkel in crypto beleggen een te kleine buffer aanhouden. Dat is niet zonder risico’s, zo benadrukken experts.
Crypto is nieuw en spannend. Dat trekt veel jongeren aan, zo zeggen experts. Maar dat is niet zonder risico’s. Niet alleen Vliegenthart maakt zich zorgen. Mary Pieterse-Bloem deelt die bezorgdheid met hem. Zij is hoofd Beleggingscompetence bij Rabobank en hoogleraar Financiële Markten op de Erasmus School of Economics. Volgens Pieterse-Bloem zit het venijn ‘m erin dat er geen concrete waarde aan crypto te verbinden is. Op dit moment is de waarde van crypto enkel speculatief.
Ook zou het kunnen dat overheden en centrale banken crypto in de toekomst niet meer accepteren, onder andere vanwege de niet-transparante transacties en het grote aantal witwaspraktijken met crypto.
Meer in het algemeen wint beleggen aan populariteit, ook omdat beleggen met weinig geld tegenwoordig prima mogelijk is. Bijna een derde van de jongeren belegt in aandelen, obligaties, aandelenfondsen of indextrackers. Rendement behalen is voor hen de voornaamste reden om te gaan beleggen.
Maar jongeren beleggen soms meer dan financieel verstandig zou zijn. Uit het onderzoek blijkt dat 28% van de beleggers tot 30 jaar minder dan € 2.500 spaargeld heeft. Bij beleggers in enkel crypto ligt dit percentage zelfs op 39%. Daarmee beschikt meer dan een kwart van de beleggende jongeren niet over de (volgens het Nibud) minimaal noodzakelijke buffer van € 3.550.
Volgens Mary Pieterse-Bloem komt het zelfs voor dat studenten extra geld lenen om dat vervolgens in crypto te steken. Zij benadrukt dat met beleggen op zich niets mis is, ook niet voor jongeren. Wel is het belangrijk om voldoende financiële buffer te hebben als je besluit te beleggen. Dan kun je onverwachte kosten opvangen.
Nog een reden tot zorg is dat niet alle jongeren op de hoogte zijn van de risico’s van beleggen, zo concluderen de onderzoekers. In het onderzoek is getest hoeveel kennis jongeren hebben van beleggen. Daaruit blijkt onder meer dat 43% van de jongeren gelooft dat een aandeel van één bedrijf meer rendement geeft dan een aandelenfonds. In werkelijkheid is risicospreiding juist een betere optie.
Zowel Vliegenthart als Pieterse-Bloem benadrukken in een reactie in De Telegraaf dat met beleggen op zich niets mis is. Het kan een mooie manier zijn om vermogen op te bouwen en kan meer opleveren dan spaarrente bij de bank. Maar pas bij beleggen wel op met risico nemen. Spreiding door te investeren in diverse aandelen en obligaties is nog altijd het verstandigst. Zoek je daarnaast wat spanning? Steek dan een heel klein deel van je vermogen in bedrijven waar je specifiek in wilt investeren.
Ook kun je kijken naar andere manieren van vermogensopbouw. Er is meer wat je kunt doen met je spaargeld. Denk aan investeren in verduurzamende maatregelen of aflossen op je hypotheek.
Bron: De Telegraaf